En ze realiseerde zich dat de bomen haar familie waren. Het bos was haar familie. Hier voelde ze zich veilig en kon ze volledig zichzelf zijn. En ze vroeg zich af waarom?
Omdat de bomen daar gewoon zijn. Ze laten zien wat zijn in onvoorwaardelijke Liefde is. Ze ontvangen haar precies zoals ze is, of ze nu blij, verdrietig of gefrustreerd is, ze omarmen haar en laten haar zijn.
Ze mag praten met de bomen en de vogels en de kleine beestjes en torretjes. En dan de bosmuis! Het is altijd een feest om die weer te zien. En altijd, altijd wordt ze ontvangen. Behalve een keer dan, bij een grote beuk. Die wilde haar gezelschap niet, en dat was ook prima, want er was geen afwijzing.
En het bos leerde haar over het leven. Dat er een bedding is die veel groter is dan je jezelf kunt voorstellen. Dat je soms de dieren niet moet helpen omdat ze hun eigen weg willen lopen, zelf willen proberen. (Ze had nogal de neiging om de omgekeerde torretjes rechtop te zetten, de slak die midden op het pad liep te helpen om aan de overkant te komen, totdat de natuur haar influisterde dat ze hun eigen weg af te leggen hadden. Vanaf toen stapte ze er voorzichtig en eerbiedig overheen.)
En dan de herfst, haar favoriete jaargetijde (mede omdat ze dan jarig is met kado’s en zingen). De onstuimigheid, wind, storm, alle bladeren die door de lucht fladderen en die haar lieten zien dat ze haar tijd kon nemen voor alles. Want soms kwam er zelfs in andere seizoenen een blad van de boom die haar altijd herinnerde het op haar eigen tempo te doen, dat deden zij namelijk ook. En het gekke was dat vaak dat enkele blad een veel grotere schoonheid in zich hield in relatie tot de andere bladeren. Juist omdat het zijn eigen tijd nam om los te laten.
En ze leerde de energie kennen van de plekken. Er waren plekken waar de hemel op aarde zichtbaar is. Er waren heilige plekken waar de doden en de levenden elkaar gemakkelijk kunnen treffen, die waren bij de grafheuvels leerde ze. En er waren ook plekken die wat minder gelukkig waren. Deze plekken schonk ze liefde. Eerst in aandacht en later energetisch en daarna ook in woord.
En ze veranderde van binnen. Ze veranderde haar woorden ‚alles komt goed’ naar ‚alles is heel heel goed’. Ze zag in dat ze zich in de mensenwereld niet altijd veilig voelt, dat ze zich het liefst wil verstoppen, zichzelf niet wil laten zien. En dat is natuurlijk niet zo gemakkelijk als je ambitie is om de wereld te tonen wat er van binnen leeft. Om mensen aan te sporen om in beweging te komen. Dat beweging leidt tot vooruitgang, hoe klein die beweging soms maar hoeft te zijn. Een klein stapje per dag is voldoende. Een woord, een gebed, een dans, een gesprekje of ontmoeting, een gevoel, een meditatie. Alles is goed, alles groeit, soms onbewust en steeds vaker bewust.
En dan kan ze zich de vreugde voelen die het leven haar schenkt. Die door haar hele lichaam voelbaar is. Haar liefde voor het leven zelf. De herinnering waarom ze zo graag naar de Aarde wilde. Om dit gevoel, deze schoonheid en deze liefde te ervaren.
Om alles te omarmen wat is.
Erika Vermeer
September 2022